Als de waterdruk van de ketel te laag is dan moet deze bijgevuld worden. Het is dus belangrijk om regelmatig te kijken of de waterdruk nog goed is. Zo voorkom je ook onnodige storingen. De waterdruk hoort tussen de 1 en 2 bar te zijn.
- Trek de stekker van de ketel uit het stopcontact. Let op! Heeft u een digitaal display laat de stekker er dan gewoon in zitten.
- Waarschijnlijk zit er dichtbij de ketel een waterkraan om de ketel bij te vullen. Sluit hier de vulslang op aan.
- Houd de slang omhoog en laat de slang vollopen met water. Sluit de waterkraan vervolgens weer. Zo voorkomt u dat er onnodig lucht in de installatie komt.
- Sluit de volle slang aan op de vulkraan van de ketel.
- Draai eerst de waterkraan open en draai vervolgens de vulkraan van de ketel open. Laat de drukmeter oplopen tot 1,5 – 2 bar.
- De juiste druk bereikt? Draai dan eerst de vulkraan dicht en vervolgens de waterkraan.
- Koppel de vulslang los van de vulkraan. Let op! Er kan nog water in de slang zitten. Het is dus verstandig om er een emmer onder te houden.
- Stop de stekker van de ketel weer in het stopcontact.
- De ketel is bijgevuld. Omdat er misschien toch wat lucht in de installatie is gekomen moeten de radiatoren misschien nog ontlucht worden.